Regeren is vooruitzien
Dat is een gevleugeld gezegde.
Vooruitzien: je maakt een plan, schetst een toekomstige realiteit en gaat vervolgens met deskundigen en belanghebbenden om de tafel. Je bespreekt het plan om te zien of het wel haalbaar is. Of het wel kan. Of er geen mensen buiten de boot vallen of beschadigd worden. Of het misschien toch anders moet.
Dat neem je mee en je past waar nodig je plan aan. Dat is de vooruitziende blik want je weet dan dat de nieuwe realiteit er één is waar draagvlak voor is, wat resultaat behaalt en waar mensen mee geholpen zijn.
Kortom, waar je als overheid de burgers een dienst mee bewijst.
In het Valleihopper project is voor leerlingenvervoer vooruitzien erg letterlijk genomen. Het projectteam denderde in een dieseltrein voort over het spoor van de eigen tunnelvisie.
Het eindpunt was bepaald, het spoor gelegd en de Valleihopper-express had de gashendel vol open en de blik gericht op het punt aan de horizon waar de rails samen lijken te komen.
Onderweg passeerde de trein stations waar mensen wanhopig om aandacht vroegen. Men waarschuwde, zwaaide, riep dat het zo niet kon.
Tevergeefs, in de trein hoorde men het niet, die raasde door terwijl men binnen mee galmde met Guus Meeuwis.
“Kedengedeng-kedengedeng”.
Bij een volgend station, waar deskundigen en betrokkenen op de trein wilden stappen, was het “Opzij-opzij-opzij”. Even stoppen om de mensen binnen te laten kon niet. “Een andere keer misschien, dan kunnen we wel praten, nou dag totziens adieu het ga je goed”.
Wissels werden niet gebruikt, andere sporen niet gezien, seinen genegeerd en de doelgroep niet gehoord.
Tot de nachtmerrie waarheid werd.
Op het eindstation was niet slechts één enkel spoor, niet slechts één enkel perron, stond niet slecht één grijze massa te wachten.
Nee, in plaats daarvan lag er een compleet emplacement. Zoveel verschillende behoeften, zoveel zorgvragen, zoveel doelen, zoveel maatwerksporen die nodig bleken.
De treinleiding op grote afstand had geen overzicht over welk wagonnetje op welk spoortje moest komen en trok lukraak aan de wissels. Gevolg: de complete Valleihopper-express ontspoorde en het projectteam zat versuft naast de rails zich af te vragen hoe ze hier nu toch zo terecht waren gekomen.
Met behulp van lokale wisselwachters werd getracht de karretjes weer op de juiste rails te zetten maar het leed was al geschied. Plan mislukt en mensen beschadigd.
De overheid had de burger geen dienst bewezen.
Regeren is vooruitzien. Maar niet zonder om je heen te kijken. Het is zien, maar niet zonder te horen. Het is horen, maar niet zonder te luisteren.
Ik hoop van harte dat naast vooruitzien hoe het beter moet ook omgezien wordt hoe dit heeft kunnen gebeuren. Wie was ziende doof en horende blind? Wie negeerde de rode seinen en waarom, waarom toch, heeft niemand aan de noodrem getrokken toen het nog kon? Waarom niet gestopt en de mensen die het betreft binnengelaten om met hen in gesprek te gaan?
Waar was het samen uit Zelf-Samen-Gemeente?
Ik hoop dat er geleerd wordt en men nu wel de wissels, zijsporen en seinen in de gaten houdt en de individuen op de perronnetjes meeneemt op de reis.
Dat dit omzien niet resulteert in ‘hullie-zullie-moddersmijten’ en vingerwijzen.
Dat de betrokkenen hun tijd kunnen besteden aan constructief meedenken in plaats van voortdurend hun schoenen in de gaten houden. Om angstvallig te voorkomen dat daar schuld in geschoven wordt.
Dat de problemen niet gebagatelliseerd worden of onder het tapijt geveegd.
Draag de schuld, neem de verantwoordelijkheid en omarm de signalen die aangereikt worden om samen tot een goed leerlingenvervoer te komen.
Resultaten uit het verleden zijn geen garantie voor de toekomst.
Dát hoop ik in dit geval van harte.
Rob van Everdingen.